Constructie van een double Top gitaar bovenblad

Na 24 uren wordt de combinatie vuren/Nomex uit de vacuumpers genomen en effen geschuurd.

Wij beschikken nu over 2 elementen die nog moeten samen gelijmd worden.

Aangezien wij het bovenblad van de gitaar gewelfd willen maken, hebben wij deze keer de solera nodig. De solera wordt afgedekt met loslaatfolie als bescherming tegen eventuele uitloop van lijm. Hierop komt het ceder blad (rozet naar onder),dan het vuren/Nomex blad (Nomex naar onder) waarop PU Construct lijm aangebracht is met de roller, gaatjes folie, vilt en vacuum folie.

De vacuumpers wordt onder vacuum gebracht gedurende 24 uren.

Na uitharden van de lijm wordt het klankgat uitgesneden en het gitaar bovenblad afgezaagd op de positie van de 12e fret.

Het bovenblad krijgt een klassieke Torres bebalking.

Nomex is niet bijzonder vormvast, daarom wordt eerst zelfklevende transparante folie aangebracht (dezelfde folie die gebruikt wordt voor het kaften van boeken), daarna kan de Nomex met de schaar uitgeknipt worden volgens de vorm die uitgefreesd is in het vuren blad.
Vervolgens wordt lijm aangebracht op de Nomex met een gladde roller. De gebruikte lijm is Pattex PU Construct, een polyurethaan lijm met een open tijd van 30 minuten. Deze lange open tijd is absoluut noodzakelijk zoniet komt men tijd tekort voor wat volgt. De lijm is vrij vloeibaar en laat zich goed aanbrengen met een roller. Deze polyurethaan lijm heeft vocht nodig om uit te harden, daarom regel ik de luchtvochtigheid in mijn atelier reeds een paar dagen vooraf en gedurende het lijmproces op 50% rel. vochtigheid.



De Nomex wordt ingelegd in het uitgefreesde gedeelte van het vuren blad.



Voorafgaand is er ook een vacuumpers klaargezet, ook hier is gebruik gemaakt van 18 mm MDF voor een plank en een raam. De diverse gebruikte filmen en afdichtingstape komen van Faserverbundwerkstoffe.
Het vuren blad met Nomex wordt afgedekt met gaatjesfolie, vilt en de vacuumfolie en onder vacuum gezet.



Het vuren blad met de Nomex blijft 24 uur in de vacuumpers. Mijn vacuümpomp produceert effectief 25 à 30 kPa onderdruk in de vacuumpers, dit betekent dat er permanent verse vochtige lucht lekt rond de te lijmen stukken.

Het vuren blad wordt nu eerst geschaafd op 1,6mm.
Voor er kan begonnen worden met frezen moet er eerst een freesmal gemaakt worden en een basisplaat voor de freesmachine, in dit geval vervaardigd uit polycarbonaatglas.

Het vuren blad wordt op de vacuumtafel gelegd en er wordt 0,9 mm diep gefreesd met een rechte frees in 2 passages; daarna wordt de overgang van 1,6 mm naar 0,7 mm nog schuin afgefreesd. Na effen schuren is het uitgefreesde gedeelte nu 0,6 mm dik.Het vuren blad ziet er nu zo uit.

Voor diverse volgende bewerkingen hebben wij een vacuumtafel nodig.

Dit is een doos met gaatjes en een aansluiting voor vacuüm, waarop het werkstuk vastgezogen wordt. Deze vacuumtafel is gemaakt uit 18 mm MDF, in de meeste gevallen zijn MDF platen voldoende vlak; indien dit niet het geval is moet er wel vlak geschuurd worden.
De vacuümpomp is een drooglopend type met grafiet schoepen, max debiet 7 m³/h max onderdruk 55kPa. Eventueel zou ook een oliegevulde vacuümpomp gebruikt kunnen worden maar dan moet er wel een goed werkend terugslagventiel voorzien worden en eventueel een buffervat om terugslag van olie op te vangen bij accidenteel stoppen van de pomp.

Het ceder blad wordt op de vacuumtafel geplaatst en geschaafd tot 0,6 mm.

Met de bedoeling van een lichter gitaar bovenblad te maken en op die manier het afstraalgedrag van de gitaar te verbeteren gaan wij een composiet bovenblad maken dat bestaat uit ceder, vuren en Nomex. De dikte van de beide houtsoorten wordt 0,6 mm. Nu Nomex sinds enige tijd beschikbaar is in een dikte van 1 mm, gaan wij voor deze dikte wat dan gaat resulteren in een bovenblad van 2,2 mm dik, wat nagenoeg overeenstemt met de dikte van een massief klassiek bovenblad. Het bovenblad wordt ook enigszins gewelfd, terug zoals bij een traditionele klassieke gitaar.
Ceder wordt de zichtbare buitenlaag van de gitaar. Na het samenvoegen van de 2 helften van het ceder bovenblad en schaven van beide kanten kan een rozet ingelegd worden. De dikte van het ceder blad is voorlopig niet belangrijk. Het inleggen van de rozet gebeurt op de gewone manier maar aangezien wij verder dit blad gaan schaven tot 0,6 mm mag de uitsparing voor de rozet slechte 0,3 mm tot maximum 0,4 mm diep zijn zoniet valt de rozet uit het ceder blad.
Na het inlijmen wordt de rozet effen geschraapt met het ceder blad en wordt de kant met rozet perfect afgewerkt. Dit is noodzakelijk omdat opschuren in een later stadium niet meer mogelijk is omdat dan de Nomex structuur gaat aftekenen op het bovenblad. Het is ook aan te bevelen van het ceder blad nu reeds te gronderen met verdunde beenderlijm als voorbereiding voor het latere politoeren.